Minister Dijsselbloem onderzoekt gevolgen groei aantal zzp’ers
De Tweede Kamer heeft een brief van minister Dijsselbloem van Financiën ontvangen over de taakopdracht van het interdepartementaal Beleidsonderzoek van zelfstandigen zonder personeel (IBO zzp). In de brief wordt aangekondigd dat de fiscale positie van de zzp’er zal worden onderzocht.
Aantal zzp’ers stijgt door naar 1 miljoen
Momenteel is 1 op te 10 werkenden in Nederland zzp’er, terwijl dit aantal in de jaren negentig nog 1 op 17 was. In 2013 zijn er tot 141.000 zzp’ers gestart waardoor het totaal aantal zzp’ers, dat begin 2013 op 800.000 stond, op 941.000 zzp’ers is komen te staan. Verwacht wordt dat deze ontwikkeling de komende jaren door zal zetten. Hierdoor zal het aantal zzp’ers snel door zal stijgen naar 1 miljoen. De minister van Financiën vraagt zich daarom af hoe deze ontwikkeling moet worden opgevat.
Fiscale positie zzp’er
Hoe zal de groei van het aantal zzp’ers zich verhouden met de huidige inrichting van het sociale zekerheidsstelsel en premieheffing? Deze vraag stelt de minister centraal in het onderzoek. Als, door de groei van het aantal zzp’ers, de inkomstenbelasting daalt zal ook de aanspraak op collectieve voorzieningen en sociale zekerheid moeten dalen. Indien er geen aanpassingen plaatsvinden zal de belasting- en premiedruk voor werknemers en werkgevers stijgen en daardoor dreigen de overheidsfinanciën in de problemen te komen. Om dit scenario te onderzoeken is er een werkgroep opgericht die de fiscale positie van de zzp’er gaat onderzoeken:
- Inventariseren van de (huishouden)inkomens- en vermogensposities van (verschillende typologieën) zzp’ers in Nederland en hoe deze zich hebben ontwikkeld;
- Analyseren van de oorzaken en motieven achter het toenemend aantal zzp’ers, waarbij in ieder geval de samenhang met werkgeverslasten, arbeidsrecht, fiscale (ondernemers)faciliteiten, sociale zekerheidswetgeving en premie- en lastendruk wordt bezien. Dit vergt zowel een benadering vanuit vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt;
- Analyseren of zich momenteel in bepaalde sectoren – zoals de zorg – belemmeringen voordoen in bijvoorbeeld de arbeidstijdenwet en/of cao’s om voldoende flexibiliteit te realiseren binnen het kader van de arbeidsovereenkomst;
- Analyseren van de gevolgen van het toenemend aantal zzp’ers voor de economische ontwikkeling, het sociale zekerheidsstelsel, en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën – sluiten sociale zekerheid en fiscaal instrumentarium nog aan op de moderne arbeidsmarkt?;
- Analyseren of en zo ja welke belemmeringen er voor zzp’ers bestaan om door te groeien;
- Formuleren van beleidsvarianten om de effectiviteit en efficiëntie van het instrumentarium rondom zzp’ers te verhogen, de houdbaarheid van het sociale zekerheidsstelsel en de overheidsfinanciën te garanderen, waarbij zowel oog is voor de baten als de kosten van de instrumenten en het gelijke speelveld tussen zzp’ers, zelfstandigen met personeel en werknemers in ogenschouw wordt genomen.
De werkgroep, bestaande uit vijf verschillende leden waaronder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, dienen het eindrapport uiterlijk 1 december van dit jaar af te ronden.
Bron: Rijksoverheid